Eerste resultaten! Op Eerste resultaten staan en komen mededelingen over het project, eerste resultaten en analyses.
 

Plaatsen van de sensor

Hoe nauwkeurig moet de positie van de sensor worden opgegeven? De opgegeven locatie mag enkele tientallen meters afwijken van de exacte locatie. Als u dat liever niet wilt, hoeft u niet uw exacte locatie op te geven. Een locatie even verderop in uw straat is ook prima. 

Wanneer en hoe lang moet ik de stofmeter laten hangen? Het zou fijn zijn als de sensoren allemaal rond medio december zijn opgehangen en werken. U laat de sensor vervolgens hangen tot in elk geval na de jaarwisseling. Dan kunnen we bij het RIVM kijken hoe de signalen van de sensoren zich onderling verhouden. 

Ik wil de sensor op een andere locatie ophangen. Mag dat? Het is geen enkel probleem als u de sensor ergens anders wilt ophangen. Als de sensor op een geheel ander adres komt te hangen dan zou het fijn zijn als u dat per email doorgeeft (contact). Dan passen wij de locatie van de sensor op de kaart aan. 

Kan ik de sensor aan iemand anders geven? Ja, dit is geen enkel probleem, zolang de locatie van de sensor bij het RIVM bekend is. Het zou fijn zijn als u dat per e-mail aan ons doorgeeft Dan passen wij de locatie van de sensor op de kaart aan.

Programma, Data & Informatie

Wat doet het programma? Het programma op de ESP8266 chip leest de gegevens van de stofsensor, bepaalt het gemiddelde en stuurt de gegevens via een tussenstop op een Internet-of-Things server door naar het RIVM. Het programma wordt, net als de hardware, 'as-is' geleverd. Het RIVM heeft de goede werking van de soft- en hardware getest maar geeft geen garanties. De chip kan met behulp van op het Internet beschikbare software anders worden geprogrammeerd. Daarna kan er uiteraard geen informatie over stofconcentraties worden verzameld en doorgegeven. 

Welke informatie geeft de sensor allemaal door? De sensor geeft drie stukjes informatie door: 1) de gemeten waarden van de sensor, 2) de sterkte van het WiFi signaal en 3) het nummer van de sensor. Met het nummer van de sensor worden de meetresultaten en de locatie aan elkaar gekoppeld. De WiFi signaalsterkte wordt bijgehouden voor het geval er problemen zijn met de verbinding. De locatie van de sensor kan niet van de doorgestuurde gegevens worden afgeleid, er worden geen ID's van het gebruikte WiFi netwerk meegestuurd. 

Wat gaat er met de verzamelde data gebeuren? Het RIVM verzamelt de data en stelt de resultaten beschikbaar via "Data Vuurwerk 2016-2017" . Het is mogelijk dat de data in de toekomst ook voor een nadere analyse van het verloop van het vuurwerk wordt gebruikt. De eventuele resultaten daarvan worden met alle betrokken gedeeld. Als u liever niet wilt dat de data van uw sensor voor nader onderzoek wordt gebruikt, vragen wij u dat per e-mail aan ons door te geven.

Wie heeft er allemaal toegang tot de data? Zowel de ruwe als de bewerkte data van de sensoren worden op een website weergegeven. Deze zijn openbaar toegankelijk. De locatie van elke sensor is weergegeven op een kaart. Hierbij worden geen namen of adresgegevens vermeld. Alleen RIVM-medewerkers van dit project hebben toegang tot de namen van de betrokkenen

Aansluiten op WIFI

Verbinden met het WIFI-netwerk lukt niet. Wat kan ik doen? 

  • Soms duurt het even (enkele minuten) voordat een verbinding met “SENSOR_RIVM” lukt. Het kan helpen om het netwerk, als dat wel zichtbaar is maar niet wil verbinden, door de computer te laten vergeten, zie de instellingen van de gebruikte computer/telefoon/tablet.
  • Haal de voeding van de sensor+WiFi chip uit het stopcontact en wacht even voor de stekker weer in het contact te doen. Doorloop de procedure nog eens van af het begin.
  • Probeer zo mogelijk met een ander WiFi netwerk te verbinden. Schrijf eventuele meldingen op en als het nog steeds niet wil stuur ons dan een email (contact).
  • In enkele gevallen lukt het niet om vanaf een bepaalde telefoon/tablet/computer verbinding te maken met het netwerk  “SENSOR_RIVM”. Het beste is om het dan een andere telefoon/tablet/computer nogmaals te proberen. 

Ik wil de sensor op een ander WiFi netwerk aansluiten. Hoe doe ik dat? De WiFi chip maakt automatisch contact met eerder opgegeven WiFi netwerken. Om op een ander netwerk aan te sluiten, moet het eerder opgegeven netwerk even uitstaan. Omdat het al bekende netwerk dan niet meer beschikbaar is gaat de sensor om een nieuwe verbinding vragen. Dus: zet het WiFi-netwerk uit en start de sensor weer.  

Storing?

Ik zie mijn data niet op het internet. Wat moet ik doen?  Controleer of u het goede nummer van de sensor(op de envelop, het instructieformulier en de sensor) en de goede locatie hebt doorgegeven. Neem in geval van twijfel contact op met het RIVM.

Mijn sensor doet helemaal niets. Wat nu?Controleer wat de rode en blauwe led op de WiFi chip doen.  Als de rode led bij het aansluiten van de sensor wel circa 10 keer knippert en de blauwe binnen tien minuten na het opstarten niet knippert, heeft de sensor mogelijk geen verbinding met het WiFi-netwerk, of het WiFi-netwerk niet met het internet. Controleer eerst de verbinding van uw WiFi netwerk naar het internet. Als de led’s helemaal niets doen kan de sensor kapot zijn. Neem in geval van twijfel contact op met het RIVM.

Interpretatie van de sensordata

Wat meten we eigenlijk?

Met het Vuurwerkexperiment willen we ontdekken of we een stijging observeren in de hoeveelheid fijnstof tijdens de jaarwisseling. De stofsensor, Shinyei, geeft pulsjes af die een maat zijn voor de hoeveelheid (fijn)stof in de lucht. Deze pulsjes worden geteld, daarna gemiddeld over 5 minuten, en vervolgens in de grafiek op de online kaart weergegeven.

Relatieve maat

De waarde op de verticale as is een relatieve maat: hoe hoger de waarde, hoe meer (fijn)stof er is gesignaleerd. Dit is niet uit te drukken in een absolute waarde: de waarden op de verticale as geven dus geen concentratie weer (bv. microgram per kubieke meter [µg*m3]). De output van de Shinyei kan dus niet vergeleken worden met de grenswaarden voor fijnstof. Om de resultaten meer vergelijkbaar te maken wordt per sensor ook weergegeven hoe het signaal relatief verloopt ten opzichte van de afgelopen periode. Op deze manier zijn de resultaten van verschillende sensoren onderling iets beter te vergelijken. Ook wordt weergegeven hoe alle sensoren zich gemiddeld relatief gedragen. Je kunt dus zien hoe de relatieve verandering in de stofconcentratie bij jou zich verhoudt tot die bij anderen. In alle gevallen blijft het erg lastig om de resultaten van de sensoren te duiden!

Wat veroorzaakt de pieken?

In de grafiek op de website worden de ontvangen pulsjes van de sensor gedurende de dag weergegeven. Door in te zoomen worden meer details zichtbaar. De pieken betekenen dat er relatief veel pulsjes zijn doorgekomen en dat er dus relatief veel (fijn)stof is gemeten. Let op: de sensor is erg gevoelig voor vocht. Het is dus mogelijk dat bij vochtig weer de sensor hier ook op reageert. Tijdens het testen van de sensor is deze ook binnenshuis opgehangen. Activiteiten als koken en stofzuigen zijn dan duidelijk terug te zien. Waar de sensor buitenshuis precies op reageert, is niet altijd duidelijk. Afhankelijk van waar de sensor hangt, kan een dag/nachtritme zichtbaar worden, de spitsuren, incidenteel (zwaar) verkeer of een barbecue en hopelijk straks ook de vuurwerkpiek!

Hoe is de relatieve verandering van mijn sensor berekend? De relatieve verandering bij deze sensor = (meting_van_deze_sensor)/(lopend_gemiddelde_van_deze_sensor) Het lopende gemiddelde is het gemiddelde van de afgelopen 50 metingen. Iedere meting is een 5 minuut gemiddelde.

Credits

De gebruikte combinatie van een Shiyei stofsensor en een ESP wordt op het internet vaker beschreven. Ook de gebruikte software wordt vaker in soortgelijke toepassingen gebruikt. De door het RIVM gebruikte software  is gebaseerd op een versie die eerder al door de Waag Society is gebruikt. Dank aan de Waag/Emma Pareschi voor de software en tips!