sensoren laten paasvuur-stof zien

Het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) experimenteert met het gebruik van burgermetingen als aanvulling op de officiële Nederlandse luchtkwaliteitskaarten. Op eerste Paasdag kregen we dankzij de aanvullende informatie van burgerwetenschappers een zeer nauwkeurig beeld van de smog door Paasvuren.

Door het aansteken van Paasvuren, vooral in Duitsland, was er sprake van een duidelijke verhoging van de fijnstofconcentraties, die zich langzamerhand over het noorden en oosten van Nederland uitbreidde.  Op sommige plekken was de luchtkwaliteit ‘zeer slecht’. Dit betekent dat er fijnstofconcentraties werden gemeten van meer dan 100 microgram per kubieke meter lucht.

Door het toevoegen van sensordata aan de uurkaarten, kregen we de verspreiding van de ‘fijnstofwolk’ goed in beeld.

Het toevoegen van burgermetingen is een mijlpaal voor de samenwerking tussen RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en burgerwetenschappers. Tot nu toe werden de data alleen weergegeven op het experimentele dataportaal, dat RIVM in 2017 lanceerde. Daarnaast heeft het RIVM nu ook een uurkaart, waarin burgermetingen met de officiële metingen worden gecombineerd.

Officiële metingen

Het RIVM berekent de officiële uurkaarten voor de stoffen stikstofdioxide (NO2), fijnstof (PM10) en ozon (O3). De metingen van officiële stations zijn de basis voor de berekeningen. Deze gegevens voeden een rekenmodel waarvan de resultaten elk uur worden geijkt aan de metingen in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit en regionale meetnetten (o.a. van de milieudienst Rijnmond DCMR en GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst) Amsterdam).

De resultaten van zowel de metingen als van de berekeningen worden elk uur getoond op luchtmeetnet.nl en in de app Mijn Luchtkwaliteit.

Sensordata van burgers

Naast officiële metingen krijgt het RIVM ook heel veel sensordata binnen. Deze data komt veelal van burgers die zelf de luchtkwaliteit meten met goedkope (fijnstof)-sensoren. Hoewel sensordata minder betrouwbaar zijn dan officiële meetdata, kunnen grote aantallen sensoren wel degelijk nuttige informatie over de luchtkwaliteit geven. Het RIVM experimenteert daarom al een tijdje met het toevoegen (‘assimileren’) van sensordata (in dit geval fijn stof) aan de uurkaarten. We verwachten dat we hierdoor een gedetailleerder beeld krijgen van de lokale luchtkwaliteit.

Toekomstige toepassingen

Sensordata van burgers verrijkt dus de officiële metingen en berekeningen van het RIVM. Daarom onderzoekt het RIVM hoe we deze sensordata nog beter kunnen inzetten. Zo ontwikkelen we algoritmes om sensordata te kalibreren, bijvoorbeeld door te corrigeren voor luchtvochtigheid. Voor een uurlijkse kalibratie van de stofsensoren in Nederland wordt bijgehouden hoe de resultaten van sensoren in de buurt van officiële meetpunten zich daartoe verhouden. Met voldoende vergelijkingen tussen groepen sensoren en officiële metingen kan een effectieve uurlijkse kalibratie voor de sensoren worden geschat.

In elke uurlijkse analyse wordt verder bijgehouden welke sensoren in dat uur zinvolle data leveren. Na verloop van tijd wordt hiermee duidelijk welke sensoren meer dan gemiddeld uitval vertonen of afwijkende waarden geven. Dit kan als kwaliteitsindex van de sensoren worden gebruikt. Hierdoor hopen we de uurkaarten continue te verbeteren en hiermee een nog betrouwbaarder beeld van de actuele luchtkwaliteit te geven. Het Samen Meten van de luchtkwaliteit heeft dus zeker meerwaarde!

De experimentele uurkaart is hier te vinden: https://samenmeten.rivm.nl/uurkaart/index-pm10-sensoren.php