Ozon (O3) is een gas dat zowel hoog in de atmosfeer, als dicht bij het aardoppervlak voorkomt. Hoog in de atmosfeer, in de stratosfeer, komt ozon van nature voor en beschermt ons tegen schadelijk UV-licht. Dicht bij het aardoppervlak ontstaat ozon uit de reactie tussen NOx en zogenaamde vluchtige organische stoffen (VOS). NOx en VOS zijn afkomstig uit natuurlijke bronnen (e.g. bossen, rijstbouw, rundvee) en menselijke activiteiten (verkeer, industriële processen, biomassaverbranding). Ozon wordt dus niet direct uitgestoten door bijvoorbeeld wegverkeer of industrie. NOx, VOS, en ozon zijn stoffen die samen bijdragen aan smogvorming.
Gezondheidseffecten
Acute blootstelling aan ozon kan leiden tot problemen met de luchtwegen zoals moeite met ademhalen. Er zijn aanwijzingen dat ozon verband houdt met sterfte door hart- en vaatziekten. Hoge blootstelling kan leiden tot astma. Bij langdurige blootstelling is er kans op onherstelbare longschade. Er zijn ook aanwijzingen dat hoge blootstelling leidt tot astma.
Typische concentraties
De concentratie voor ozon varieert van 40-55 ug/m3 met in een groot deel van Nederland een gemiddelde van circa 48 ug/m3. Actuele meetwaarden staan op de website luchtmeetnet.nl.
Wettelijke grenswaarden
Er is een 8-uursconcentratie van 120 µg/m3 die maximaal 25 dagen per jaar overschreden mag worden. Deze norm werd de afgelopen jaren in Nederland niet overschreden.
Meten van ozon
Binnen het Landelijk Meetnet Luchkwaliteit wordt ozon gemeten middels de mate van absorptie van UV-licht.
Eisen voor het meten van ozon
Niet van toepassing.