Afgelopen zomer maten inwoners van Den Haag samen temperatuur en fijnstof tijdens een meetwandeling. Hidde Kamst, adviseur Digitale Innovatie & Smart City bij de gemeente Den Haag, vertelt over de reden en de opbrengst van de meetwandeling.

Op 23 juli 2024 kwam de Urban Sensing Lab community in Den Haag bijeen voor een meetwandeling in de Haagse wijk Voorburg. Het evenement werd geleid door community-lid Caro, een toegewijde en actieve burger die een grote passie heeft voor de stad. Samen verkenden ze verschillende delen van de wijk en verzamelden gegevens om de stedelijke omgeving beter te begrijpen. In totaal deed een mix van 8 buurtbewoners en community-leden mee. 

Het meetwandeling initiatief van Urban Sensing Lab 

Hidde vertelt: “Het Urban Sensing Lab (USL) is een aanzet tot een Haagse Meetgemeenschap. We organiseren bijeenkomsten waarop inwoners met interesse in sensing, de leefomgeving en data samen kunnen komen om ideeën uit te wisselen en meetprojecten te starten. Binnen USL zijn een aantal mobiele sensoren aangeschaft voor meetwandelingen. Iedereen kan deze leensensoren voor fijnstof, geluid, temperatuur & luchtvochtigheid en straling gebruiken”. 

De meetwandeling is ontstaan na een inspiratielezing door Marvin Tjon van Luchtwachters Delft. Het is een laagdrempelige activiteit om met sensing aan de slag te gaan. Met de mobiele sensoren doet de groep indicatiemetingen om de leefomgeving te onderzoeken en hypothesen te testen. Hebben bomen impact op de hoeveelheid fijnstof in de lucht bijvoorbeeld? En wat is het verschil tussen hittemetingen op groen en steen op een zomerse dag? De indicatiemetingen zijn een hulpmiddel om meetvragen op te stellen voor een meetproject. Het komende jaar gaat een groep maandelijkse meetwandelingen doen op een vaste plek en tijd.

De luchtvervuiling viel mee op 23 juli

De focus op 23 juli lag op luchtvervuiling en hitte. Hidde vervolgt zijn verhaal: ”we zagen toen geen groot verschil in luchtvervuiling op verschillende locaties in Voorburg. Bovenaan de snelweg, in een park tussen de bomen en midden in een woonwijk werden ongeveer dezelfde waarden gemeten (2-4 µm³ PM 2,5 & 4 – 6 µm³ PM10). De uitkomst was verrassend en kan te maken hebben met de stevige ZW-wind van zee die dag. Ondanks enige teleurstelling dat er geen pieken in luchtvervuiling werden gemeten, was het goed nieuws voor de bewoners en deelnemers. Er ging relatief weinig fijnstof hun longen in dat uur”. 

Wel veel verschil in hittemetingen

Bij de hittemetingen viel het grote verschil tussen groen en grijs op. Hidde: “Op een relatief koele zomerse dag (19 graden) werd er een verschil van 14 graden gemeten. Dit verschil werd gemeten tussen een stoeptegel en een plant, beide in de zon op 1 meter afstand van elkaar. Het was leuk om te zien hoe een meetwandeling het gesprek over de leefomgeving faciliteert. Het biedt een mooie kans om kennis en ervaring uit te wisselen over een niet altijd gangbaar onderwerp”.