Al meer dan vijf jaar doen vrijwilligers voor het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) trouw NO2 buisjes metingen. We zijn daar heel blij mee. Hoe langer deze metingen lopen op steeds dezelfde locatie, hoe waardevoller de resultaten. Je kunt dan kijken naar veranderingen door de jaren heen. Hieronder wat voorzichtige resultaten.
Vijf jaar is best kort om naar trends, veranderingen door de jaren heen, te kijken. Want ook het weer en de seizoenen spelen een rol. Ook de Corona-jaren hebben natuurlijk invloed gehad. Door de lockdown reden er bijvoorbeeld minder auto’s.
In het plaatje hierboven laten we de gemiddelde maandwaarden van de gemeten NO2 concentraties zien. Je ziet dat de waarden vaak in de winter hoger zijn. Dat komt omdat de lucht dan kouder is en minder hoog opstijgt. De NO2 die aan de grond wordt gevormd, denk aan uitlaatgassen, mengt minder goed waardoor de concentraties hoger blijven.
In dit plaatje zie je jaargemiddelde NO2 buisjes metingen voor de jaren 2019 tot en met 2023. De jaargemiddelden zijn redelijk laag vergeleken met de rest van Nederland. Zeker als je vergelijkt met stedelijk gebied. De vrijwilligers wonen allemaal in gebieden met weinig bronnen van NO2 in de buurt, juist omdat we daar een beter beeld van wilden krijgen. Het klopt dus dat de jaargemiddelden van de metingen met de buisjes lager zijn.
Je ziet dat de NO2-concentraties daalden in de periode 2019-2023 van ongeveer 12 µg/m³ naar ongeveer 8 µg/m³. De gemiddelde gemeten concentraties van NO2 waren in 2020 voor heel Nederland lager dan verwacht, onder andere door de lockdown en de COVID-19 maatregelen. Dat geldt ook voor de metingen van de vrijwilligers. De concentraties blijven in 2021 en 2022 ongeveer hetzelfde als de concentraties in 2020. In de 2023 is de NO2 concentratie weer verder gedaald. Ook dit klopt allemaal met wat er in de rest van Nederland gebeurde, zie Stikstofdioxide in lucht, 1992-2023 | Compendium voor de Leefomgeving